Gebaseerd op de genomen foto's en video-opnames, concludeert een natuur expert, die voor het ruimtevaart centrum werkt, dat het waarschijnlijk een vleermuis van het ras chaerephon jobensis is en mogelijk een gebroken vleugel heeft en problemen met het rechter schoudergewricht. Hoogstwaarschijnlijk verdween het dier direct toen de spaceshuttle opsteeg.
Omdat het Kennedy Space Center in het Merritt Island National Wildlife reservaat ligt, heeft het lanceerplatform diverse afschrik maatregelen voor dieren geïnstalleerd, waaronder een sirene, om vogels die te dicht bij komen, af te schikken. Het lanceerteam houdt ook de radar in de gaten voor de lancering.
Desalniettemin, de vleermuis bleef op zijn plaats en bewoog zo nu en dan.
Personeel dat verantwoordelijk was voor de lancering zagen de vleermuis kuipen toen het op het schuim van de externe tank was geklommen. De temperatuur op die plaats van de tank komt nooit boven de 15,5 graden Celsius en werd de vleermuis opgemerkt, die zelf een temperatuur van 17 graden op de infrarood camera tijdens de lancering.
Het team dat de laatste inspectie van de Discovery deed, zag de vleermuis ook en hoopte dat het wegvloog als de motoren van de spaceshuttle werden gestart.
Het was niet de eerste keer dat er een vleermuis stiekem probeert mee te reizen met de spaceshuttle. Tijdens de lancering van spaceshuttle Columbia, in 1998, landde al eens een vleermuis op de vleugel van de shuttle. Dat dier vloog weg toen de motoren werden gestart.
Bron: NASA |