Voordat spaceshuttle Endeavour op missie STS-127 zal vertrekken heeft het eerst nog de taak om als reddingsvaartuig te dienen voor spaceshuttle missie STS-125 die voor 12 mei op de kalender staat.

Spaceshuttle missie STS-125 zal ditmaal niet richting het Internationaal ruimtestation vertrekken maar zal het de laatste onderhoudsbeurt aan de Hubble Space Telescoop gaan geven. Het ruimtestation kan ditmaal niet als veilige haven bij calamiteiten gebruikt kunnen worden en zal, als het nodig is, spaceshuttle Endeavour voor een reddingspoging worden gebruikt.

De 19 jaar oude Hubble ruimtetelescoop is in april 1990 met spaceshuttle Discovery in de ruimte gebracht en is vernoemt naar de Amerikaanse astronoom Edwin Hubble. De Hubble was niet de eerste ruimtetelescoop maar wel de grootste in haar soort. Het Hubble project is een samenwerkingsverband tussen het Amerikaanse NASA en de Europese ruimtevaart organisatie ESA.

Aanvankelijk waren de eerste resultaten van de Hubble teleurstellend. Door een fout bij de productie van de spiegel was de ruimtetelescoop bijziend en kreeg de Hubble in december 1993 een bril aangemeten en werd de kwaliteit van de beelden aanzienlijk beter. We kregen de eerste scherpe beelden van buitengewone processen die zich in ons universum afspelen.

Met missie STS-125 zal de laatste van de vier onderhoudsbeurten aan de Hubble worden gegeven en zal deze daarmee haar geplande levensverwachting tot 2013 kunnen halen. Rond deze tijd zal haar opvolger, de James Webb Space Telescope (JWST), worden gelanceerd. De James Webb Telescoop zal alleen in het infrarood gebied onderzoek kunnen doen en zal niet alle mogelijkheden van de Hubble kunnen vervangen. De Hubble is ook in staat om in het zichtbaar en ultraviolet gebieden van het spectrum te kijken.