De tweeling Voyager 1 en 2 ruimtevaartuigen gaan door met het verkennen van de ruimte waar nog nooit een ruimtevaartuig vanaf aarde is geweest. Na hun lancering in 1977 zijn de 33 jaar oude ruimtevaartuigen elk verder verwijderd van de Aarde dan de Aarde van Pluto. Voyager 1 en 2 zijn nu in de Heliopause, de meest buitenste laag van de Heliosfeer waar de zonnewind wordt afgeremd door het aanwezige gas. Beide ruimtevaartuigen sturen nog steeds wetenschappelijke gegevens terug via het Deep Space Network (DSN).

Hun primaire doel was het verkennen van Jupiter en Saturnus. Na het doen van een serie ontdekkingen, zoals het ontdekken van actieve vulkanen op Jupiter's maan Io en meer gegevens van Saturnus's ringen, werd hun missie verlengd. Voyager 2 ging verder met het verkennen van Uranus en Neptunus en is tot op heden het enige ruimtevaartuig dat deze planeten heeft bezocht. Hun nieuwe avontuurlijke missie is het verkennen van de interstellaire ruimte en het onderzoeken van de uiterste rand van ons zonnestelsel en ver daarbuiten.