Het avonduur begon eigenlijk gelijk al in Moskou toen ik de trein naar Kazachstan wou nemen. Daar kreeg ik voor het eerst te maken met de corruptie en afpersing van de Russisch politie. Na 12 uur gewacht te hebben op de trein kwam om 23:30 de trein naar Kazachstan eindelijk aan. Op het station een kruier aangesproken die mijn spullen naar de trein zou brengen, maar nog voor ik bij de trein was kwam er een politieagent (echt zo'n agent die je in films ziet) aanlopen en begon gelijk in het Russisch tegen mij uit te vallen dat de bagage niet mee kon want het was veel te zwaar. Ik spreek en lees ook geen Russisch dus begreep ik geen snars van wat hij allemaal zei. En dan beginnen ze maar te schreeuwen, alsof ik dan wel begrijp wat hij bedoelt. Ik moest meekomen en werd de bagage gewogen en moest 7000 roebel betalen (140 euro) maar niet officieel aan de kassa, nee, hij hield gewoon mijn treinticket vast zodat ik hem wel moest betalen, ik had nauwelijks een andere keus.
Na twee dagen in de trein gezeten te hebben samen met een andere jongen uit Turkmenistan, die ook allen maar Russisch en Turkmeens sprak en waarmee in in “Tarzantaal” kon communiceren, kwam ik in Kazalinsk aan. Een ander probleem was dat ik had verwacht dat zo'n trein die een lange reis maakt tenminste een restauratie wagen had, dus had ik geen eten of drinken meegenomen. Helaas geen restauratiewagon dus geen eten of drinken voor twee dagen. De Turkmeense jongen had gelukkig brood en deelde dat met mij en heb ik hem onderweg nog wat drinken en eten laten kopen op een tussen gelegen station.
Daar stond ik dus in het pikkedonker op het station in Kazalinsk. Gelijk kwamen er mensen naar mij toe om de fiets en trailer te bekijken, want zoiets hadden ze nog nooit gezien. Zo ook een politieagent op het station die de aandacht voor mij toch niet zo leuk vond en mij maande om op te schieten met mij spullen ik klaar te maken en snel te vertrekken.
Ik probeerde dus zo snel mogelijk Kazalinsk te verlaten maar dat viel niet mee. De wegen waren meer kuil en zand dan teer en in het donker waren de diepe kuilen in de weg moeilijk te zien. Na zo'n 20 minuten werd ik aangesproken door twee Kazaleenen die mij vertelde dat ik beter niet 's nachts kan rijden en mij uitnodigde om m'n tent in hun tuin te zetten. De eerste nacht had ik dus onderdak maar na het opzetten van de tent nodigde ze mij meteen uit voor een vriendschapsdrankje (wodka) dat ik niet kon weigeren en werd het alsnog een late nacht. In de ochtend nodigde de moeder van de gastheren mij uit voor een kopje thee en kreeg ik wat traditionele Kazachstaanse aardappel gebakken in olie en uien, een beetje vergelijkbaar met onze oliebol.
Het werd tijd om richting Baikonur te vertrekken dat 100 kilometer van Kazalinsk verwijderd ligt. Ik had twee broden en drie liter water bij me waarmee ik verwachtte een dag tot anderhalve dag om die 100 km af te leggen, wel mee door zou komen. Er is maar een weg van Kazalinsk naar Baikonur en had ik die al snel gevonden. Daar begon al gelijk een probleem, de weg was iets beter als in het dorp zelf maar waaide het enorm. Met een constant een windkracht 6 tegen legde ik nog geen 5 km per uur af en ging het vooral heuveltje op en heuveltje af. De fiesttocht naar Baikonoer zou me op deze manier vier dagen kosten.
Na twee dagen fietsen was ik pas op de helft naar Baikonur en had ik nog maar een halve liter water over. Ik kan je zeggen dat je in de woestijn dan een probleem hebt. Er is geen druppel water te vinden en is het overdag bloedheet. Tja wat nu. Terug kan ik niet met een halve liter water en ook naar Baikonur zou ik het nooit redden. Toch maar doorgereden en kwam een piepklein dorpje tegen waar ik om water heb gevraagd. Het water komt daar niet uit de kraan maar uit de grond en kun je niet zomaar drinken. Gelijk nodigde die mensen mij uit voor de middagmaal en aten we met z'n alle van één bord een soort macaroni met vlees en dronken we thee.
Hierna weer verder gegaan richting Baikonur maar had nog steeds een probleem. Ik had wel water maar als ik daar zomaar van zou drinken liep ik de kans om goed ziek te worden.
En als de wanhoop nabij is komt er altijd een reddende engeltje voorbij, in dit geval stopte er een vrachtauto met twee jongens op weg naar Turkmenistan waarvan er een een beetje Engels sprak en heb ik gelijk gevraagd of ze mij een lift konden geven naar Baikonur. Dat deden ze graag en ben ik daar veilig en wel aangekomen.
Ik moest toen nog een klein stukje fietsen om bij Baikonur stad aan te komen en had ik ook mijn laatste doel bereikt. Maar bij de stad aangekomen te zijn zag ik al snel een grenspost en dacht al gelijk “Oh,oh daar kom ik dus niet in....” en inderdaad. Ik doodleuk naar de grenspost gefietst en zei dat ik naar Hotel Cosmonaut wilde maar nee hoor, ik kwam de stad niet in.
“Failure is not an option” (Mislukken is geen optie) was en is nog steeds mij motto maar daar vertel ik jullie meer over op 24 juni als ik Kazachstan uit ben om mij en ander mensen niet in de problemen te brengen.
Ik sla nu dus even een dag over en ben weer op de terugweg naar Kazalinsk, vanwaar mijn trein vertrekt. Van de heenweg door de woestijn heb ik mijn lesje geleerd en had ditmaal voldoende drinken meegenomen: 4,5 liter cola, twee 1,5 liter water, twee 1 literflessen water en mijn bidons, in totaal 4 liter met ongezuiverd water voor koffie en thee, meegenomen.
Ik had in totaal 4 dagen om terug te fietsen dus kon ik het rustig aandoen. De eerste dag verliep redelijk goed. De tweede nacht heb ik het stomste gedaan wat je in de woestijn kan doen. Na mijn tent opgezet te hebben en het al donker was dacht ik nog even een klein stukje te gaan lopen om te kijken of ik de lichten van Kazalinsk al kon zien. In de woestijn is het zo donker dat je letterlijk geen hand voor ogen ziet. Voor de zekerheid had ik mijn zaklamp wel meegenomen maar kon de tent niet meer vinden. Ik liep nog in de dunne kleren voor de hitte (boven de 40 graden) van overdag's maar wordt het 's nacht behoorlijk koud (onder de 10 graden). Er zat dus niets anders op dan maar te blijven (rondjes) lopen om niet teveel af te koelen en wachten tot het eerste licht opkwam. Zo heb ik dus bijna acht uur de nacht moeten doorbrengen alvoorns het licht werd en ik mijn tent weer vond. (Stom, stom, stom!)
De derde dag op de terugweg was de eerste keer dat ik aangehouden werd. Nu stopte er wel vaker mensen die vroegen waar ik heenging maar wilde deze mijn paspoort zien. “Nee,” zei ik “je krijgt mij paspoort niet te zien.” waarop een andere man zijn KGB pas trok en ik zag dat het de veiligheidsdienst was.
Dezelfde dag kwam ik in Kazalinsk aan en wou alvast naar het station om een ticket voor de bagage te halen om de Russisch toestand te voorkomen. Ik reed het dorp in en was net de spoorwegovergang over en werd opnieuw aangehouden. Ditmaal duurde het veel langer en werd alles onderzocht en kwamen er verschillende agenten en militia (Russisch politie) bij. En moest ik mijn fototoestel afgeven en werden alle foto's bekeken. Op een gegeven ogenblik kwam hij bij de foto van het radar station, dat even voor Baikonur op een openbare plaats staat, en moest ik gelijk uitleggen waarvoor ik daar een foto van gemaakt heb. “Ik heb interesse in ruimtevaart en technologie” zei ik eerlijk maar vond hij het “verdacht”.
Toen kwam de vraag waarvoor ik in Kazalinsk ben. “Om een kaartje voor mijn bagage te halen,” antwoordde ik. “Maar je mag Kazalinsk helemaal niet in, dit is een gesloten stad,” antwoordde hij (overigens allemaal in het Russisch). “Dat zal allemaal wel,” was mijn antwoord, “maar ik heb een ticket van Moskou naar Kazalinsk gekocht en vertrek vanaf dit station naar Almaty”, waar ik nu ben. Naar veel overleg en gedoe kreeg ik uiteindelijk toestemming om op de 19e, de dag dat de trein zal vertrekken, toestemming om naar het station te gaan. Ik moest wel tot die tijd aan de andere kant van het spoor blijven, de zogenaamde Kazachstan zone.
Ik heb mijn tent dus even buiten Kazalinsk opgezet om te wachten tot de 19e en kon verder weinig doen. Op de 18e kwam er opnieuw een politiemacht naar mij toe, ditmaal versterkt met een leraar Engels die als tolk moest dienen. Opnieuw werd mijn paspoort gevraagd maar ontbrak het migratie formulier. “Migratie formulier?,” zei ik, “daar weet ik niets van”.
Ditmaal werd ik gearresteerd omdat ik de Kazachstaanse wet had overtreden. Ik moest al mijn spullen inpakken en werd met een politiebus afgevoerd naar het politiebureau in Kazalinsk (over het spoor). Ik werd naar een kantoor gebracht en moest ik een brief aan het hoofd van het Ministerie van Interne zaken schrijven waarin ik moest verklaren waarom ik geen migratie formulier had en dat ik niets tegen de politie van Kazachstan had? Het ging allemaal heel gemoedelijk en maakte ik mij alleen zorgen om de trein die de volgende dag zou vertrekken. Er werden een stapel formulieren ingevuld en kreeg ik te horen dat de boete ergens tussen de 10.000 en 25.000 TEHRE (40 a 120 euro) is voor deze overtreding.
Ook werd ik opnieuw ondervraagd wat ik in Kazalinsk deed, hoe ik gekomen was, of ik een spion was enz. Na overleg met de Officier van Justitie (of iets dergelijk) werd er besloten omdat ik een gast was dat ik geen boete hoefde te betalen en werd er een aantekening in mijn paspoort gemaakt dat ik op het bureau ben geweest. Hierna werd ik netjes weer terug gebracht naar de plek waar ze me opgepikt hadden en kon ik mijn tent weer opzetten. De leraar Engels wou nog wel mijn handtekening al herindering aan deze bijzondere gebeurtenis.
Zoals gezegd, er ontbreekt nog een gedeelte, misschien wel het spannendste, maar dat bewaar ik samen met de foto's tot 24 juni als ik weer veilig thuis ben in Nederland omdat ik nog steeds in de gaten wordt gehouden (overigens door dezelfde 'geheime' agenten die me ook in Kazalinsk hebben aangehouden....)
Al met al is het een spannende reis geweest dat misschien wel de moeite waard is om als (e)boek uit te geven. Misschien zal ik het hele verhaal later nog eens verder uitwerken en het (elektronisch) uitgeven. Ik hoop 23 juni weer in mijn eigen bed te kunnen slapen en eens heerlijk te genieten van ons luxe leven.
Jeroen Wouda, Almaty/Kazachstan
|